De meneer van de fietsroute

blogs

‘Vandaag gaan we hem echt ontmoeten Chris, de meneer die de fietsroute voor ons heeft bedacht.’ ‘Zo, zo,’ zegt Chris zonder dat mijn woorden echt lijken door te dringen. Ik ga het route boekje van onze fietsreis halen en google een foto van Eric van der Horst. ‘Deze meneer heeft de fietsroute gemaakt. Hij heeft alle weggetjes net als wij gefietst en precies opgeschreven waar we links en rechtsaf moesten. Helemaal van Harwich tot Lands End.’

Nieuwsgierig tuurt Chris naar mijn scherm. ‘Ja,’ zegt hij, nog steeds zonder enige emotie. Maar ik ga stug door met de voorbereiding op onze bijzondere ontmoeting. ‘Vanmiddag gaan we samen naar Grave waar we in cafeetje met deze meneer koffie gaan drinken.’ Nu gaan zijn ogen stralen. Want koffie en cafeetje zijn woorden die hij graag samen in één zin hoort voorkomen! Stralend huppelt hij weg om plots kordaat weer om te draaien. ‘Eh Ted, moet ik mijn nette kleren aan doen?’

 

 

In de auto gaat het gestructureerde voorwerk verder. ‘Wat zou je kunnen vertellen aan Eric over de reis?’. Chris wiebelt even op de zachte autostoel en al snel rolt er een uitgebreid antwoord over zijn lippen. Dit is immers bekend terrein. ‘Net als bij het interview met de krant,’ zegt hij lachend. Hij draait er zijn hand niet meer voor om en dreunt keurig de highlights van de reis op. Inclusief het enige wat hij nog steeds niet zo leuk vindt: de doorweekte natte regenbroek.

Eric zit al klaar in het donkere cafe.  Zonder twijfel kiest Chris vandaag voor chocomel met slagroom. Dat is het enige correcte drankje voor deze druilerige dag en hij mompelt de goedkeuring in zichzelf. ‘Ik doe chocomel want het regent buiten.‘ We kletsen over de reis, het nieuwe fietsboekje van Eric en signeren elkaars boeken. Vol enthousiasme en nietsvermoedend vraagt Eric vervolgens wat de volgende reis wordt. Nu wiebel ik een beetje op mijn harde caféstoel en een diepe zucht verlaat mijn lichaam. Ik val stil en twijfel…

Meteen voel ik de blijdschap van opnieuw op reis. Van nieuwe avonturen en prachtige ontmoetingen. Van samen doorzetten en leren van elkaars eigenaardigheden. Van de immense levenslessen die Chris me zomaar kado gaf. Acceptatie, zijn in het moment, inzichten in wat ik nodig heb en hoe ik dat in mezelf kan vinden…

En tegelijkertijd wordt mijn borstkas zwaar en krijg ik een nerveus gevoel in mijn buik. Kan ik dat wel? Nog een keer zo ontzettend alleen zijn? Zo verlangen naar een goed gesprek terwijl er maar één zin wordt terug gezegd? Naar nabijheid, een glimlach ontvangen, oprechte betrokkenheid en het delen van emoties? Nu ik weet hoe ontzettend eenzaam het is weet ik niet of ik de kracht heb om het nog een keer te doorvoelen. Ouders van kinderen met een kind met autisme schrijven me de mooiste reacties op het boek en noemen het inmiddels het ‘samen-alleen-gevoel’. Een eenzaam gevoel dat versterkt wordt door de continue verwachting dat er wél contact zal zijn. Dat het komt, dat het moet groeien. Je bent immers samen en niet alleen. En elke keer weer de teleurstelling als er geen wederkerigheid wordt ervaren. Dat er toch minder contact is dan je zou willen. Dan dat jij nodig hebt.  En meteen voel ik me dan zo’n slecht mens. Want Chris is wie hij is. Geeft wat hij heeft. En dat zou toch genoeg moeten zijn?

Nu ik weet hoe het samen zal zijn, kan ik me daar toch ook op voorbereiden? Of werkt dat zo niet? Is mijn behoeft aan contact zo groot dat ondanks het rationeel weten, het eenzame gevoel me toch zal bekruipen? Meteen vraag ik mezelf ook af waar ik dan zo bang voor ben. Want jezelf af en toe eens flink tegen komen is toch ook helemaal niet erg?

En zo denk ik verder… En borrel ik van de meest uitdagende ideeën. Wordt mijn lijst van reis mogelijkheden voor ons volgende avontuur stiekem langer terwijl mijn hart nog even niet volgt. Moet ik wachten tot het volgt? Of er vol overtuiging in stappen, onzeker en nieuwsgierig wat het me deze keer zal brengen. Ik ben ook benieuwd of Chris wel volmondig ‘Ja’ zou zeggen tegen een nieuw avontuur samen. Wat misschien zegt zijn hart na de vorige reis wel dat hij het nog niet één week uit zou houden met zo’n intens contact zoekende chaoot zoals ik!